Wij hebben de participatie van het bedrijfsleven hard nodig in de transitie naar een circulaire economie, omdat de praktische uitvoering voor een groot deel bij bedrijven ligt.
Echter is het op dit moment voor bedrijven erg lastig om een circulair project te beginnen. Innovatieve projecten die wenselijk zijn in een circulaire economie worden daarbij door meerdere interdisciplinaire uitdagingen geconfronteerd: denk hierbij aan (1) de financiële haalbaarheid in een competitieve markt waar gebruikelijke producten met grotere efficiëntie en (2) met meer technische praktijkervaring worden geproduceerd, of (3) de maatschappelijke acceptatie van nieuwe tot nu toe onbekende producten en materialen. Maar de grootste, en ook een van de eerste, uitdagingen die een bedrijf belemmert vóórdat er überhaupt enige productie kan plaatsvinden, zijn de wet- en regelgeving en vergunningen die voor het bouwen en opereren van een installatie nodig zijn.
Casus: Black Bear Carbon – end-of-life recycling van autobanden
Een recent voorbeeld is de startup Black Bear Carbon. Dit recyclingbedrijf heeft de ambitie en middelen om in Limburg een nieuwe fabriek te gaan bouwen voor de recycling van afgedankte autobanden. Hierbij worden deze “end-of-life” banden omgezet naar de materialen carbon black en olie. Deze producten kunnen dan bijvoorbeeld weer worden toegepast in de productie van nieuwe autobanden. Carbon black zorgt daarbij voor de mechanische sterkte en UV-bestendigheid/kleur van de rubber. Maar hier ontstaat een juridische barrière, omdat het bedrijf op papier een afvalverwerker is, waarmee de gemaakte producten automatisch als afval worden geclassificeerd. Dat heeft grote gevolgen voor de toekomst van Black Bear Carbon, die vast dreigt te lopen binnen de grote hoeveelheid van snel veranderende en specialistische milieuwetgeving.1,2
Figuur 1. Het recycling van afgedankte autobanden. Bron: De Limburger2.
Casus: Rotterzwam – koffiedik (her)gebruiken
Behalve dat er voor het vervoeren van bedrijfsafval een (verplichte) VIHB registratie-documentatie aanwezig moest zijn was het tot medio 2021 wettelijk niet toegestaan om voedsel op koffiedik (afval) te kweken. Dit was dus ook van toepassing op een paar bakken koffiedik op de bakfiets van de startup Rotterzwam, die in 2013 al begon met het vervoeren van koffiedik en het kweken van Oesterzwammen op deze reststroom.
Voor het vervoeren, inzamelen, handelen en/of bemiddelen van bedrijfsafvalstoffen is een registratie op de landelijke VIHB-lijst verplicht. Hierdoor werd Rotterzwam in zijn begin Nederlands kleinste vervoerder van bedrijfsafvalstoffen met een ‘vloot’ van één bakfiets. Terwijl de traditionele paddenstoelen-kwekers, die gebruik maken van stro (ook een reststroom uit de voedselindustrie), niet aan deze eisen moeten voldoen.
Vergelijkbaar met het bovengenoemde geval van Black Bear Carbon was er tot 2021 geen wettelijke basis aanwezig voor de bedrijfsactiviteiten van Rotterzwam. Anders dan Black Bear Carbon, kost het geen miljoenen om paddenstoelen te laten groeien op koffiedik, en kon Rotterzwam dus gewoon ermee beginnen, zeker omdat de vraag naar Oesterzwammen dat ook mogelijk maakte. Zo zijn zij al 8 jaar bezig geweest met de verkoop van oesterzwammen voordat zij eind 2020 aan het DCMR Milieudienst Rijnmond een uitgebreid onderbouwd verzoek hebben ingediend om hier een rechtsoordeel over uit te spreken.
Op maandag 21 juni 2021 om 12:03 uur was het dan zo ver. Rotterzwam ontving de uitspraak vanuit de DCMR: op grond van de door Rotterzwam verstrekte informatie kan worden geconcludeerd dat het gebruik van koffiedik afkomstig van diverse houders als voortgezet gebruik kan worden gezien en dat daarmee geen sprake is van zich ontdoen in de zin van artikel 1.1, eerste lid, Wet milieubeheer, maar van voortgezet gebruik.3
Dat dit voor andere grondstoffen niet zo “makkelijk” te zeggen is, is duidelijk, maar voor natuurlijke reststromen zoals koffiedik, zou er wat veel bedrijven betreft al morgen een (tijdelijke) vergunning op tafel kunnen en moeten liggen, als de overheid haar ambities serieus probeert neer te zetten.
De discussie
Zo zijn er veel bedrijven waarvoor de regelgeving zeer belemmerend is omdat het niet mogelijk is om aan de wettelijke eisen te voldoen. Dat heeft de consequentie dat veel circulaire projecten vastlopen en dus niet worden uitgevoerd.
Aan de andere kant is ook niet elk circulair project direct te verantwoorden en is het goed dat – tot op een bepaalde hoogte – een drempel bestaat voor de herinzet van “afval”. Het moet immers ook op een veilige en echt duurzame manier gebeuren. Maar het lijkt erop dat de gereedschapskist die nodig is om deze beslissingen te maken niet voldoende aanwezig is. Vooral bij overheden en de bevoegde instanties die de vergunningen verlenen. Deze worstelen met een tekort aan capaciteit om aanvragen goed en verantwoord te begeleiden. Dit ligt niet alleen aan de beschikbare tijd, maar zeker ook aan een gebrek aan richtlijnen en/of bijscholing die nodig zijn om circulaire projectaanvragen goed te begeleiden.
Transitie naar een Circulaire Economie vraagt maatschappelijke en politieke actie
Het ligt dus aan de overheid om de lokale kansen binnen de transitie naar circulaire bedrijfsvoering sterker te steunen en ook te initiëren. Er zijn genoeg beleidsdoelen opgesteld op zowel (inter)nationaal niveau en ook lokaal, maar er missen vaak de roadmaps/richtlijnen/actiepunten die nodig zijn voor het behalen van deze doelen. Ook op Europees vlak is het essentieel dat andere landen vergelijkbare duurzaamheidsdoelen nastreven zodat de markt competitief blijft en er niet over de landsgrenzen heen grote contrasten ontstaan. Maar om alle landen dezelfde richting op te duwen en daarvoor eensgezindheid te verkrijgen is nóg moeizamer dan om dit op nationaal of lokaal niveau te bereiken.
Het is goed dat er op EU niveau alvast word gewerkt aan de einde-afvalcriteria van kunststoffen en textiel, maar deze ontwikkeling zou niet voor 2024 worden geïmplementeerd. Bovendien moet er naar veel meer dan alleen materialen binnen de kunststoffen en textiel sector worden gekeken! Daarom zou Nederland hier alvast een voorsprong in kunnen nemen en deze ook naar verschillende afvalstromen kunnen uitbreiden, zoals bijvoorbeeld naar natuurlijke/bio afvalstoffen of afvalstoffen die uit de grootste industriële sectoren komen, zoals de bouw, huishoudelijke artikelen en auto industrieën. In Nederland kennen de Wet Milieubeheer en het Activiteitenbesluit namelijk ook nog geen specifieke uitzondering voor circulaire projecten. Op dit moment kan de wetgeving onze circulaire doelen voor 2030 en 2050 nog onvoldoende faciliteren.
Duidelijk is dus dat er verandering moet komen in:
- De definitie van afval: want zij gaat nog steeds van een lineaire economie uit, en niet van een circulaire. Bedrijven die een secundaire grondstof of gebruikt product willen hergebruiken, zijn daardoor vaak gebonden aan deze lineaire afvalregelgeving.
- De ondersteuning van circulaire initiatieven: bijvoorbeeld door een tussentijdse uitzonderingsstatus voor goede initiatieven.
- Het opbouwen en (bij)scholen van de gereedschapskist (niet alleen kennis!): dit moet leiden naar een toekomst waar alledaagse beslissingen met een circulair afwegingskader kunnen worden gemaakt.
Wat doet Ecoras op het gebied van wet- & regelgeving?
Er zijn een aantal initiatieven die verandering in de bovengenoemde knelpunten willen brengen, zoals het Juridisch Platform Circulaire Economie4. Deze wordt uitgevoerd door de Hanzehogeschool Groningen en Ecoras, in samenwerking met verschillende organisaties.
Verder zijn circulaire ketens meestal breed en discipline-overschrijdend: denk aan de chemisch-technische, ecologische, economische, maatschappelijke en wettelijke aspecten die rondom het recyclen van rubber banden of andere kunststoffen spelen. Daarom is het nodig dat de bovengenoemde disciplines vaker gezamenlijk aan tafel gaan zitten en gaan samenwerken om brede circulaire uitdagingen op te lossen. Het Transitiecentrum voor Circulaire Kunststoffen zal juist hierin een bijdrage leveren met het doel om de Nederlandse weg naar een volledig circulaire kunststof-economie in 2050 te plaveien. Dit centrum zal onderdeel worden van de brede innovatieve chemische bedrijvigheid die rondom Chemport Europe5 en Greenwise Campus6 plaatsvinden.
1 https://fd.nl/bedrijfsleven/1426301/grondstof-of-afval-toekomst-bandenrecycler-black-bear-onzeker-door-definitiekwestie (Geraadpleegd op 23/02/2022)
2 https://www.limburger.nl/cnt/dmf20211201_95710190 (Geraadpleegd op 05/05/2022)
3 https://www.rotterzwam.nl/blogs/news/eindelijk-systeemverandering-rond-afvalwetgeving (Geraadpleegd op 05/05/2022)
4 https://www.ecoras.nl/project/juridisch-netwerk-circulaire-economie/ (Geraadpleegd op 05/05/2022)
5 https://www.chemport.eu/news/article/circularplastics/ (Geraadpleegd op 05/05/2022)
6 https://www.rug.nl/news/2020/12/provincie-drenthe-gemeente-emmen-rug-nhl-stenden-en-drenthe-college-zetten-samen-stevig-de-sc (Geraadpleegd op 05/05/2022)