Introductie blog: Bert Hoefsloot

Kun je wat vertellen over je achtergrond, je studie en je werkervaring voor Ecoras?

Ik ben in 2011 afgestudeerd als socioloog. Wat ik interessant vond is de ontwikkeling van steden en dorpen. Vroeger had je meer mensen die op het platteland woonden, tegenwoordig is dat meer in steden. Wat heeft dat voor betrekking op de voorzieningen? Het cijfermatige component vond ik er ook ontzettend mooi in.

Ik ben daarna in dienst gekomen bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), waar ik telefonische advisering moest doen voor gecombineerde opgaven. Dit heb ik anderhalve maand gedaan, waarna er een klus in Deventer vrij kwam. Dit ging over subsidie beoordeling aanvragen SNL. Dit leek me een interessante wereld waaruit weer nieuwe kansen en ideeën ontstaan. En toen kwam eigenlijk de hele transitie van agrarisch natuurbeheer naar collectieven. Voorheen, als we bijvoorbeeld iets wilden met akkervogelbeheer, weidevogels of houtwallen, dan kon je individueel je subsidie aanvragen bij de overheid. Helaas waren de uitvoeringskosten hiervan zo hoog, dat Nederland bij Brussel het voorstel heeft gedaan om te gaan werken met collectieven. Dat is een soort groep van aanvragers die gebundeld wordt en die wordt dan ingebracht bij de overheid. Voorheen waren er 14.000 individuele aanvragen, maar nu zijn er 40 collectieven in Nederland die zich bezighouden met het agrarische natuurbeheer. Daar ben ik in 2016 in dienst gekomen en daar heb ik 8,5 jaar gewerkt. Bij dat collectief was er met name focus op verbeteren van waterkwaliteit door bijvoorbeeld het aanleggen van akkerranden op de randen van percelen die grenzen aan sloten. Dus als een boer daar dan langs komt voor bestrijding, dat het dan niet meteen in het oppervlaktewater terecht kwam. We werkten daarnaast ook veel aan biodiversiteit, boeren die hun akkers inzaaiden met een graanmengsel, wat interessant is voor vogels, maar ook voor insecten die daarop afkomen.

Op een gegeven moment merk je dat iedereen in de transitie zit van circulariteit, duurzaamheid en kringlooplandbouw. We deden ook steeds meer projecten die zich daarop richtten. Wat alles zo interessant maakt is dat we vaak ideeën hebben over wat een oplossing kan zijn voor een bestaand probleem, maar of het ook een oplossing is voor het systeem als geheeld. Als voorbeeld: je hebt organische reststromen en compost, waar veel landbouwers enthousiast over zijn met betrekking tot de bodemkwaliteit. Maar het aanvoeren van mest naar het bedrijf is ook een verdienmodel en daardoor komen ze in een impasse. Ze willen eigenlijk wel meer compost, maar het verdienmodel van mest is ook gewoon een economische component die meeweegt.

Wat is de reden voor je interesse in de circulaire bio-based economie?

Bij reststromen spreken we al snel over afval. Een mooie term die ik vanochtend toevallig hoorde was ‘afval is een procesfout’. We moeten eigenlijk niet meer over afval spreken. We lopen nu tegen een fase aan waarin we nog te maken hebben met restproducten en reststromen en hoe kun je daarmee omgang? De economie is nu nog grotendeels lineair, dat willen we natuurlijk circulair maken. Dat is ook iets waar we binnen het collectief ook tegenaan liepen. Als zo’n onderwerp je interesseert ga je je daarin verdiepen, wat leidde tot een gesprek met Ecoras. Bij het collectief hadden we de focus voornamelijk meer op de uitvoering van agrarisch natuurbeheer via subsidiestromen en wat minder projectmatige opdrachten. Aangezien Ecoras wel ontzettend veel projecten doet werd me gevraagd of ik het voor me zag om dat te gaan trekken. Uiteindelijk zie je ook het component biomassa terug en daaruit ontstaan weer allerlei projecten.

Ik zou graag nog een voorbeeld geven van een project wat we bij het collectief uitgevoerd hebben. Dat ging over de Kringlooplandbouw Veenkoloniën, wat zich vooral richtte op het sluiten van kringlopen op regioniveau. Door het beter sluiten van nutriëntenkringlopen worden emissies verminderd en door het toepassen van organische reststoffen kan de bodemkwaliteit worden gehandhaafd en/of verbeterd. Er wordt nagegaan of, en zo ja, hoe dit bij kan dragen aan het verbeteren van de biodiversiteit en het rendement van bedrijven in de akkerbouw en veehouderij. Dit project maakt onderdeel uit van het project ‘Innovatie biodiversiteit Veenkoloniën’ De focus lag daar op hoe een kringloop eruit ziet, hoeveel nutriënten er op welke plaats in de kringloop vrijkomen en hoeveel nutriënten en inputs zijn er op bepaalde plekken nodig, zodat je ze hergebruiken kunt. Een ander focuspunt ging over hoeveel grote reststromen uit de voedselketen zijn er in de regio beschikbaar en waar in de keten kunnen we deze inzetten. De interessante vraag hier is – en dat zien we ook bij Ecoras – welke stappen moeten gezet worden om deze ontwikkelingen op gang te brengen? Er zijn veel losse ideeën en reststromen, maar de vraag ernaar kan ver verwijderd liggen hiervan. Dus je wilt dat zien te verbinden door middel van consortia of samenwerkingen, zodat vraag en aanbod bij elkaar komen. Beleid loopt wel vaak achter op ontwikkelingen. Soms zijn de ontwikkelingen rondom reststromen en circulariteit er al, maar is de wetgeving ook al zo ver om dat mogelijk te maken? Je moet hierover met elkaar in gesprek gaan, maar het kost wel veel tijd.

Een ander leuk project waar ik aan meegeholpen heb is het Bermberaad. Om te zorgen dat het beheer van groengebieden zoals bermen en waterkanten in Drenthe verbetert, werken provincie, gemeenten, waterschappen en allerlei belangen- en deskundigenorganisaties samen in het zogenaamde Bermberaad. Eén van de afspraken die in het Bermberaad is gemaakt, is om diverse bermen in Drenthe ecologisch te beheren. Dit betekent gefaseerd maaien en afvoeren. Het maaisel kan dienen voor een efficiëntere productie van waterstof uit biomassa, maar bijvoorbeeld ook om bodemverbetering (verhogen organische stofgehalte) op bijvoorbeeld landbouwgrond te realiseren.

Wat is je rol binnen Ecoras?

De titel die ik heb is Project Lead Biobased Economy, wat natuurlijk wel een breed begrip is binnen de circulaire economie. Voornamelijk projecten die een directe link hebben met biomassa, vallen binnen de term biobased economy. Aangezien de agrarische sector heel groot is in het onderdeel biobased, was dit eigenlijk de directe link van het oude werk naar het werk dat ik binnen Ecoras ga doen. Wat ik hier anders zou gaan doen, is dat ik niet alleen intern, maar juist ook extern te werk ga. Kijken waar de kansen liggen, niet alleen voor Ecoras, maar ook voor de sector. Bij Ecoras richten we ons op groene chemie, duurzame plastics en biobased economy, maar die onderdelen zitten vaak in elkaar verweven. We zoeken binnen Ecoras afstemming over waar welk project moet worden ondergebracht, of er kansen liggen voor ons. Als dat zo is, willen we dat soort projecten naar ons toe gaan trekken. Er zal acquisitie gedaan moeten worden, dat is ook onderdeel van mijn werkzaamheden. Met name ook mijn focus naast het bedrijfsleven verleggen op de overheid, provincies, gemeentes en waterschappen.

Binnen de sector zijn er verschillende manieren van benadering. Op individueel bedrijfsniveau zou je kunnen kijken naar een alternatieve brandstof voor agrarische voertuigen. Maar aan de andere kant kun je ook bij de sector initiëren om een bepaald gewas te verbouwen en kijken of daar draagvlak voor is. Het is dus vrij hybride. Ecoras heeft al een vrij groot netwerk en het uitbouwen van dit netwerk is ook een grote uitdaging waar ik mee bezig ga.

Wat is jouw ambitie/visie ten aanzien van de ontwikkelingen binnen de agro/food sector?

Het meest ideale is natuurlijk dat we binnen deze sector circulariteit gaan ademen en dat onze reststromen zo klein mogelijk worden. Daar zit wel een hele grote uitdaging. Iedereen is er wel heel erg mee bezig, maar uiteindelijk is het nog wel een hele opgave. Als we als Ecoras daar een bijdrage aan kunnen leveren, om het eenvoudiger en inzichtelijker te maken op een steeds groter niveau, dan denk ik dat daar mijn ambitie ligt. Dat doe je niet alleen, dat doe je altijd met elkaar. Dialogen aangaan en niet voor problemen weglopen. Het is belangrijk een soort systeembenadering te kiezen. Niet één onderdeel hieruit, maar de keten als geheel zien. We moeten ook proberen soms op specifieke vragen in te gaan, maar dat we ook een breder palet in ogenschouw nemen.

Heb je nog een gekke hobby?

Ik ben heel obsessief bezig met Japanse duizendknoop wegtrekken. Er groeit heel veel van in onze tuin. Nu in het voorjaar komt de plant ineens weer boven, dus elke keer als die ook maar een klein stukje boven de grond komt haal ik die weg. Dat is wel een beetje mijn gekste hobby denk ik.

Voor de rest ben ik niet zo heel vreemd denk ik. Ik vind tennissen ontzettend leuk, maar ook veel lezen. Niet te veel geks eigenlijk.